De tuinboon in het zonnetje
De tuinboon (Vicia faba) valt, net zo als alle peulvruchten onder de familie van de vlinderbloemen. Die familie herken je heel goed aan de bloemen die, zoals de naam al zegt, wat weg hebben van een vlinder.
Tuinbonen worden al heel lang verbouwd en ze zijn al in 6000 v.Chr. in het Middellandse zee gebied gegeten. De zaden waren toen nog vrij klein. De zaden zijn voor het eerst gevonden bij archeologische opgravingen in Israël.
In Europa is de eerste tuinboon al vóór 1492 gegeten.
Er bestaan veel soorten tuinbonen met soms ook prachtige kleuren. Er bestaan witte, rode, zwarte en tweekleurig bloeiende tuinbonen. Meestal geeft de kleur van de bloem ook de kleur van de boon aan.
Zaaien
Tuinbonen kun je al heel vroeg in het jaar zaaien omdat de planten wel wat vorst verdragen. Al eind jan/ begin febr. kunnen de zaden in de grond worden gestopt in de koude kas. Je zet de jonge plantjes vanaf maart in de volle grond. Doe dit niet als het
vriest. Ook al kunnen de planten wel tegen een wintersstootje, de wortels zijn (nog) niet gewend aan zulke koude grond als ze net uit de kas komen.
Je kunt de zaden ook vanaf maart direct in de volle grond zaaien.
Combinaties:
Tuinbonen kun je met veel gewassen combineren. Het gaat goed met dille, biet, wortel, komkommer, aardbei,sla, pastinaak, tomaat.
Combineren met lookachtigen zoals ui, sjalot en knoflook gaat vaak minder goed.
Ziekten:
Tuinbonen zijn gevoelig voor de zwarte bonenluis, daar is vaak niet veel aan te doen. Zie je de luizen komen, haal dan zo snel mogelijk het deel waar de luizen zitten van de plant en breng dit ver weg van je tuin. De toppen van de planten zijn het smakelijkste stukje voor de luizen. Sommige mensen halen daarom uit voorzorg de toppen uit de planten.
Oogsten:
De oogsttijd isnatuurlijk afhankelijk van wanneer je hebt gezaaid en hoe het weer is geweest in het voorjaar. Maar meestal kun je begin juni je eerste tuinbonen al eten. Dit loopt door tot in juli.
Wist je dat je hele jonge tuinbonen met schil en al kunt eten? Maar over het algemeen wachten de mensen met oogsten tot dat de bonen goed voelbaar zijn in de peul. Je trekt dan de hele peul, met de bonen, van de struik. Je begint onderaan te oogsten, zodat de bovenste peulen nog verder kunnen uitgroeien.
Daarna moeten de bonen uit de dop worden gehaald om te eten.
Bereiden:
In Nederland eet we tuinbonen vaak traditioneel met bonenkruid. Dit kruid helpt om gasvorming in de darmen tegen te gaan. Je hoeft de bonen maar kort te koken en ze zijn bijvoorbeeld lekker met een mosterdsaus.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!