Oca du perou in het zonnetje

Oca komt uit de oxalisfamilie. Je herkent het opvallende blad aan de 3 hartvormige bladjes  aan 1 stengel.
Je vindt de knollen van deze plant, voor zover ik weet, niet in de winkel. Kom je hem ergens tegen neem dan een paar knolletjes mee. Lekker om te eten en leuk om zelf mee te gaan kweken.  En dat gaat heel makkelijk.
Gekookt is de smaak zoals van een aardappel met een zuurtje zoals van zuring. Ook rauw is ze te eten bijvoorbeeld door een salade.

De geschiedenis van Oca du Perou

Oca du Perou, (oxalis tuberosa)  wordt meestal korweg oca genoemd. De plant komt oorspronkelijk van de Andesplateus en dus ook uit Peru waar het waarschijnlijk zijn naam aan te danken heeft.
Rond 1830 kwam de plant/ knol naar Europa. De knolletjes kwamen destijds goed van pas in Ierland, toen daar de aardappelsoogst, door phyptothora helemaal mislukte.
De plant/knol heeft geen grote plek gekregen als vervanger van de aardappel, omdat de knollen in ons klimaat te klein blijven.
Maar het is zeker een interressante plant om in de sier- en moestuin te hebben.

ocaplant

Oca kweken

Oca kun je alleen vermeerderen via de knolletjes. Dit is, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de zoete aardappel, erg makkelijk. Stop een knolletje in de grond en er komt een plantje uit.

Je stopt de knollen rond half april in een potje. Bewaar hiervoor een aantal kleine knollen van je oogst van het vorige jaar.
Na 1,5 tot 2 weken zie je de eerste puntjes boven de grond verschijnen. Houd de plantjes binnen tot na de ijsheiligen, want nachtvorst verdraagt de plant slecht.

Verzorging van de oca

De verzorging van de oca is niet moeilijk. Alleen opletten dat de planten pas NA de IJsheiligen (half mei) naar buiten kunnen. Omdat de plant pas echt goed groeit als de bodem op temperatuur is, is wat later naar buiten vaak beter, als te vroeg planten.

Geef ze de eerste dagen na het planten in de volle grond, zeker als het buiten droog is, wat water. Omdat de planten gewend zijn om regelmatig water te krijgen, moeten ze even wennen.
Daarna heb je er weinig om kijken naar.

Qua grondsoort doet de oca het eigenlijk overal

Oca oogsten

Oca is een zogenaamde kortedag plant. D.w.z. dat de plant pas dikkere knolletjes gaat vormen als de dagen korter worden en de temperaturen flink dalen. Daarom oogst je de knollen pas in de late herfst, d.w.z. vanaf november tot de eerste nachtvorst.

Om de knollen te oogsten, steek je voorzichtig een riek in de grond. Doe dit een stukje van de plant af om de knollen niet te beschadigen. Haal de riek schuin omhoog en werk naar de stengel toe om de knollen boven de grond te krijgen.

Je kunt ze ook iets langer in de grond laten zitten en oogsten naar behoefte, want ze verdragen wel wat vorst. Bij mij kwamen, een aantal vergeten knolletjes spontaan weer boven, ook na een periode van nachtvorst. In de grond zijn ze later wel moeilijker terug te vinden, omdat de bovengrondse delen afsterven.

Naast de grotere knollen vormt oca veel kleine knolletjes die ideaal zijn om te bewaren als pootknolletjes voor het volgend jaar.

Oca bewaren

Bewaar de knolletjes in vochtig zand of wormenmest. Leg ze niet in de koelkast, dan gaat de smaak achteruit.

Oca kun je meteen eten, maar ook nog een aantal weken laten rusten voor je ze verwerkt.

Weetjes over Oca

  • Oca knollen bevatten oxaalzuur. Om het zuur in de knol te verminderen worden ze in Zuid-Amerika ze enkele dagen in de zon gelegd. Hierdoor verdwijnt dit zuur en wordt glucose gevormd. De smaak wordt zoeter.

  • Ook door koken verdwijnt oxaalzuur, het kookvocht dan niet meer gebruiken.

Wat eet je van de Oca?

De knol van Oca kan gekookt en gebakken worden. Je kunt het gebruiken in stampotten en soepen als extra vulling.

Het blad en de stengel zijn ook eetbaar. Sommige mensen vinden het alleen gekookt te eten, maar ik vind het zuurtje van het rauwe blad juist erg lekker in een salade.
Probeer wel even uit of je niet gevoelig bent voor het oxaalzuur.