Palmkool in het zonnetje

Palmkool staat van alle koolsoorten het dichtst bij de wilde koolsoort. Palmkool dankt zijn naam aan het feit dat de bladeren van onderaf worden geoogst. Doordat de stengel zo steeds zichtbaarder wordt, ontstaat de associatie met een palmboom. Het heeft een zachte koolsmaak en je kunt het op verschillende manieren klaar maken

De geschiedenis van Palmkool

Palmkool (Brassica oleracea var. Palmifolia) is afkomstig het Middellandse Zeegebied en wel uit Toscane. Deze sierlijk groeiende koolsoort is een eeuwenoud en bijna vergeten bladgewas. De eerste vermeldingen die zijn gevonden, zijn al van het begin van de jaartelling.
In de 19e eeuw wordt ze ook volop geteeld in Nederland, maar daarna is de plant wat in de vergetelheid geraakt, een ‘’vergeten groente ” dus. Ze wordt vooral in Italië veel gegeten, onder meer als ingrediënt van de minestrone en ribollita. (Dit is een hele stevige soep waar behalve palmkool o.a. ook witte bonen en brood in zit.) De Italiaanse naam is: cavolo nero (zwarte kool), vanwege het zeer donkergroen gekleurde blad.
Brassica is de klassieke Latijnse naam voor koolsoorten, oleracea wil zoveel zeggen als ‘van de groententuin’ en geeft aan dat het gaat om een gecultiveerde plant. Palmifolia verwijst naar de palmvormige groei.

Palmkool zaden & zaaien

Net als alle andere koolsoorten zaai je palmkool in mei- juni op een zaaibed. De teelt is vergelijkbaar met die van boerenkool.  Na ongeveer 6 weken gaan de plantjes in de volle grond met een onderlinge afstand tussen de planten van ongeveer 50- 60 cm. Een zonnige plek is gunstig voor de groei. De plant groeit op allerlei soorten grond: zand, klei en leem. De mestbehoefte is vergelijkbaar met die van andere kolen: de plant houdt van een rijk bemeste grond.
Afhankelijk van de plek waar de plant staat, kan die wel een meter hoog worden. De bladeren worden tot 60-80 cm lang en 8-10 cm breed.

Verzorging van palmkool

Palmkool heeft, op een goede plek, verder weinig verzorging nodig en groeit als kool in je tuin.
Het is een tweejarige plant, dat wil zeggen dat ze in het tweede jaar bloeit, ongeveer in mei. Als je de plant laat overwinteren, kun je zelf zaad winnen. Omdat ze oorspronkelijk uit Toscane komt, overleeft ze eventuele strenge winters bij ons niet goed.

Palmkool oogsten

Vanaf augustus kun je de eerste bladeren gaan oogsten. Dit doe je van onderaf. Hierdoor ontstaat de palmboom vorm. Palmkool groeit tot ver in het seizoen en kan als het weer meezit tot in het volgende voorjaar geoogst worden. Net als bij boerenkool en spruitjes wordt het blad wat zoeter door vorst. Dit komt omdat zetmeel wordt omgezet in suikers, wat als een soort antivries werkt voor de plant.
De zaden zijn meestal in augustus/ september van het volgende jaar rijp om te oogsten

Palmkool bewaren

Bewaren is eigenlijk niet nodig. Laat het blad liever zo lang mogelijk aan de plant zitten. Alleen als er zeer strenge vorst voorspelt wordt, kun je de bladeren eerder oogsten en in de diepvries bewaren.

Weetjes over Palmkool

  • Als je zaad wilt winnen, let er dan op dat er geen andere bloeiende koolplanten in de omgeving staan i.v.m. kruisbestuiving.
  • De plant is gevoelig voor witte vlieg. De dieven (topjes) van de tomatenplant boven in de top van de plant gooien helpt hiertegen.

Recept palmkoolpesto

Deze groente bevat veel mineralen en vitaminen. Palmkoolblad kun je o.a gebruiken in de ribolitta en minestronesoep. Je kunt het gebruiken in pastamaaltijden, een stamppot mee bereiden of er pesto van maken volgens onderstaand recept.

Ingredienten voor palmkoolpesto

  • 150 gram palmkoolbladeren
  • 30 gram Parmezaanse kaas of gebruik edelgisvlokken als je vegan wilt
  • 50 gram pijnboompitten of een andere noten soort zoals walnoot, dit is ook een prima combinatie maar heeft wel invloed op de smaak.
  • 1 teen knoflook
  • 5 eetlepels olijfolie (meer mag indien nodig)
  • zout en peper

Bereiding:

  1. Zet ruim met water op met een snufje zout en breng dit aan de kook.
  2. Snijd onder tussen de palmkoolbladeren in grove stukken. Als de palmkool hele dikke stelen of nerven heeft verwijder je die. Dunne stele/ nerven kun je gewoon gebruiken.
  3. Blancheer de palmkool 5 minuten in het kokende water en giet ze daarna af. Laat ze niet in de hete pan liggen.
  4. Rooster de pijnboompitten of andere noten een paar minuten in een droge koekenpan. Let op: het roosteren gaat door in de hete pan. Doe ze daarom meteen in de keukenmachine
  5. Rasp de kaas.
  6. Pel de knoflook en doe die samen met de kaas/ gistvlokken bij pijnboompitten/ noten in de keukenmachine.
  7. Knijp het water goed uit de palmkool en doe dit er bij in de machine.
  8. Doe de olijfolie erbij en maal alles fijn tot pesto. Voeg zo nodig nog extra olijfolie toe. Het mag lekker smeuiig zijn.
  9. Breng op smaak met zout en peper.
  10. Geniet van je eigen gemaakte pesto!

Al met al is Palmkool een groente om niet meer te vergeten