Latijnse naam: Ribes nigrum

Nederlandse naam is ook wel: cassisbes.

Algemene informatie:

Het is een inheemse bessenstruik. In het Nederlandse klimaat en op onze bodems van zand, klei, veen en leem doet hij het goed. Deze fruitstruik komt hier en daar nog in bossen voor, waar ze dan vaak tussen de bomen staat. Meestal draagt hij daar dan ook bessen. Deze fruitstruik kan daarom goed in voedselbossen toegepast worden.

De zwartebes is familie van de aalbessen. Je kunt de zwartebes herkennen aan de geur van het blad als je deze kneust. Je ruikt dan de cassisgeur.

Zwartebes in je tuin:

De zwarte bes is een forse struik ongeveer 1,5 meter breed en hoog. Vanuit de aarde komen verschillende takken omhoog die samen de struik vormen (zie foto hiernaast). Ze overleeft onze winters goed. De zwartebes bloeit in april met kleine bloempjes op het hout wat het jaar ervoor is aangemaakt. Ze is zelfbestuivend. Dat wil zeggen dat er zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen aan een struik zitten die elkaar kunnen bestuiven. De bessen zijn eind juni/begin juli rijp. Er zijn soorten die later bloeien en dus ook later bessen geven..

Een zwartebes in je tuin is voldoende om bessen te kunnen oogsten. Hoe zonniger de standplaats hoe meer bessen je zult oogsten.

Bodem/bemesting:

Zwartebes kan een wat zurige bodem (PH 5) goed verdragen. Hij groeit het best in een losse bodem die het vocht goed vasthoudt.

Verrijk de aarde rond de struik 1x per jaar met rijpe compost (1 emmer per m2), en 100 gram schelpen (of andere kalk). Heb je Bokashi dan kun je ook 1x per jaar 100 ml vocht in 10 liter water oplossen en deze hoeveelheid per struik geven, wat rijpe compost en 100 gram schelpen geven.Bedek de aarde rond de struik het hele jaar door met organisch materiaal. Daardoor groeien onkruiden minder snel en blijft de bodem mooi vochtig.

Vermeerdering:

In de Perma-tuin staan 10 exemplaren. Alle struiken zijn vermeerderd door van een moederplant jonge takjes te oogsten.

Je kunt in maart een stukje hout wat in het voorjaar ervoor gevormd is (te herkennen aan de lichte kleur van het hout)   afknippen en de onderkant daarvan schuin afsnijden. Dit takje steek je in de aarde waar je wat zand doorheen doet. (deze losse aarde maakt het wortelen makkelijker). Je kunt deze ent direct in je tuin planten maar ook eerst in een potje doen.

Snoeien:

Het beste is om de struiken in de winter (jan-febr) te snoeien. Snoei niet als er een lange vrieskou wordt voorspeld.

De donkerbruine takken zijn takken die ouder zijn dan 2 jaar. Bekijk de struik goed. Zoek naar de jonge scheuten (licht bruin glad hout). Spaar de takken waar mooie jonge scheuten aanzitten. Knip de donkerbruine takken met geen of weinig jonge scheuten weg. Probeer zo te snoeien dat het midden van de struik mooi open is. Een goed gesnoeide struik is Vaasvormig. (zie foto hiernaast)

Zwartebessen of cassisbessen

Rauwe zwartebessen zijn niet erg smakelijk. Je kunt ze op verschillende manieren eenvoudig en lekker klaarmaken. Hieronder een paar ideeën.

Het makkelijkst is het om er zwartebessenlikeur van de te maken. Een echte lekkernij. Zo gepiept en op verjaardagen en met kerst altijd een succesnummer.

1.Recept zwartebessenlikeur

Spoel de bessen, doe ongeveer 500 gram in een schone glazenpot, doe hier 500 gram suiker op en overgiet dit met brandewijn zodat alles onderstaat. Laat dit 3 maanden staan en schudt het elke week 1x. Zo lost de suiker goed op en trekt de bessensmaak in de alcohol. Na 3 maanden de boel uitzeven, evt door een kaasdoek en dan in een mooie fles doen. Jarenlang houdbaar.

2.Cassis maken van zelfgemaakte siroop

Ontsap de bessen in een sappan of door ze te koken. Na het koken giet je de inhoud van de pan door een zeef. Nu heb je prachtig sap. Hier kun je gelei van maken door het te binden met gelei suiker of met Marmello en je eigen zoetmiddel te kiezen.

In de online workshop siroop maken leren we je hoe je er siroop van kunt maken. Voeg je aan de siroop koolzuurhoudend water toe dan heb je je eigen cassis gemaakt!

Natuurlijk kun je van het sap ook jam of gelei maken. Heerlijk op gebak, ijs en op brood.