Ons klimaat verandert en het is de afgelopen periode warm geweest.  De herfst wordt daardoor aantrekkelijk als tuinierseizoen!

Besteed nu minder tijd aan het wieden van minder gewenste planten in je tuin, ook al groeien die soms nog.  Als je die planten uittrekt, wordt de bodem wat open gewerkt. Eventueel komende vorst dringt op die losse, rulle plekken dieper in de grond door en kan schade aan de wortels van de vaste planten geven. Bovendien beschermt afstervend onkruid de bodem tegen vorst. Als het wel nodig is om de planten te wieden, laat ze dan als bescherming op de aarde liggen. Je bespaart jezelf zo werk en de Natuur helpt je de komende maanden om dit op te ruimen.

Er zijn genoeg andere dingen die je kunt doen in de tuin zoals:

1. Haal de potplanten zoals citroenverbena, oleander enz, die niet tegen vorst kunnen naar binnen of zet ze op een heel beschutte plek zolang dat nog kan. Haal bij potplanten die wel buiten kunnen blijven het wateropvang schaaltje weg. In deze periode is dat niet nodig en het voorkomt dat de wortels te lang in het water staan bij overvloedige regen.
2. Als je tuin echt toe is aan een opknapbeurt, kun je dat nu doen. Maak een plan en ga aan de slag. Kom je er niet uit, Roeach adviseert je graag.
3. Snoei bomen en struiken die te veel in elkaar zijn gegroeid. Het is nu de tijd om ze te verplanten. Wel de wintergroene soorten met rust laten. Ook voor snoeiwerk kun je bij Roeach terecht, als je dit zelf wilt leren.
   Tip: Van snoeihout kun je een ‘insectenhotel’ maken. Insecten hebben een hekel aan verse materialen. Als je nu zo’n kast(je) maakt, wordt dat volgend jaar bewoond.
4. Vaste planten die je  liever op een andere plek wilt hebben, kun je nu verplanten. Als het niet vriest! Planten die te groot zijn geworden, kun je nu delen en terug zetten. Je hebt meteen wat mooie stekken om nu of later weg te geven.
5. Laat Dahlia’s, Canna’s enz. nog een poos staan. Ze bloeien waarschijnlijk nog en staan in elk geval nog goed in blad. Mocht het wel hard gaan vriezen, dan moeten ze er wel uit.
6. Maak een moestuinplan en kijk wat je nodig hebt aan zaden.
7. Plant nu de knoflooktenen en geef ze een herkenningsteken zodat je in het voorjaar weet waar wat staat. Zo heb je in het voorjaar mooi, jong groen blad voor je salade en in juni verse knoflook.
8. Kalk de stammen van de fruitbomen wit met een papje van lava- of oergesteentemeel en water. Dit beschermt de stam tegen vorstschade en parasieten. De witte stam warmt zo minder snel op in het voorjaar.
9. Het is nog een goede tijd om biologische bollen in de grond te zetten. Ook de bijen zijn er erg blij mee in het voorjaar.
10. Mulch je bedden met veel blad. Dat voed de bodem, houdt de grond los en zorgt ervoor dat er in droge periode meer vocht in kan blijven zitten.
11. Maak een paar hopen met bladeren op een beschutte plek voor de egels, padden, kikkers en salamanders.